Kapitaalgoederen
Inleiding
Een kapitaalgoed is een goed dat bestemd is voor het functioneren van bijvoorbeeld een onderneming of een gemeenschap. Het vormt de infrastructuur waarop en waarin een gemeenschap functioneert en zich beweegt. Kapitaalgoederen zijn investeringen in voorzieningen met een langdurig economisch of maatschappelijk nut.
Kapitaalgoederen van de openbare ruimte
Een kapitaalgoed is een fysiek goed. Samen vormen de kapitaalgoederen de ruggengraat van de openbare ruimte. De totale openbare ruimte bestaat uit veel meer onderdelen dan de kapitaalgoederen.Kapitaalgoederen zijn van maatschappelijk belang en hebben een hoge financiële (vervangings)waarde.
Deze paragraaf beschrijft het onderhoudsniveau en daarmee het kwaliteitsniveau van de kapitaalinvesteringen in de gemeente Breda. Binnen de gemeente is deze onderverdeeld in de volgende categorieën:
- beheer en onderhoud van de openbare ruimte;
- beheer en onderhoud riolering;
- beheer en onderhoud accommodaties;
- beheer en onderhoud voertuigen.
Beheer en onderhoud van de publieke ruimte
Openbare ruimte is de fysieke ruimte in de stad en omliggende dorpen die voor iedereen vrij toegankelijk is. In deze ruimte vinden veel dagelijkse activiteiten plaats zoals verplaatsing van A naar B, ontmoeten, verblijven en recreëren. Plaatsen die onder de openbare ruimte vallen in Breda zijn onder andere straten, parken, pleinen, speeltuinen en de singels.
In de openbare ruimte van de gemeente Breda kennen we 5 kapitaalgoederen. Het beheer en onderhoud in de openbare ruimte van de gemeente Breda heeft de volgende kapitaalgoederen:
- wegverhardingen;
- civieltechnische kunstwerken;
- openbare verlichting;
- bomen;
- waterwegen en –voorzieningen;
- riolering*
*Waarbij aangemerkt wordt dat het kapitaalgoed riolering bijzondere wettelijke eisen en financiering kent. Deze heeft daarom een eigen systematiek en beheer- en onderhoudsbenadering.
In de beleidsplannen van de gemeente staat hoe doeltreffend het beheer van de voorzieningen in de openbare ruimte moet zijn.
De kapitaalgoederen openbare ruimte nader toegelicht
Voor groot onderhoud van wegverhardingen, openbare verlichting, civieltechnische kunstwerken, bomen, waterwegen en watervoorzieningen namen tot 2014 de financiële middelen af. Deze kwamen op een punt dat ze ontoereikend werden voor het doelmatig uitvoeren van beheer en onderhoud. Dat heeft bij enkele kapitaalgoederen geleid tot achterstallig onderhoud.
Dit achterstallig onderhoud betekent een verhoogd risico op onveilige situaties en verkeersongevallen (bijvoorbeeld op asfaltwegen bij motorrijders). Op voet- en fietspaden staan voegen open, liggen tegels los en drukken boomwortels de verharding op waardoor deze paden niet meer veilig en comfortabel zijn. Zeker niet voor kwetsbare inwoners en mensen met een lichamelijke beperking. Ook leidt de achterstand in onderhoud vooral bij asfaltverharding tot aantasting van de fundering met dure herstelwerkzaamheden en daardoor kapitaalvernietiging tot gevolg.
In 2014 is door de gemeenteraad het Beleidskader kapitaalgoederen van de openbare ruimte vastgesteld. Daarmee is een plan goedgekeurd waarmee een voorziening is ingericht van 20 miljoen euro om in de periode van 2014-2021 het achterstallig onderhoud aan wegverhardingen weg te werken. Ook is een financiële impuls gegeven om het beheer en onderhoud van alle kapitaalgoederen op peil te houden.
Daarnaast reserveren we jaarlijks middelen voor het regulier groot onderhoud. Belangrijk voordeel van deze werkwijze is dat we vanuit de beschikbare middelen toewerken naar planmatig onderhoud, vooruit gepland en geprogrammeerd in periodes van tien jaar.
Evaluatie en actualisatie beleidskader
In 2017 en 2018 werkten we aan een evaluatie en actualisatie van het beleidskader kapitaalgoederen. De vastgestelde bijstellingen zijn per 2019 geëffectueerd in financiële en beheer en onderhoudszin.
Coalitieakkoord Lef en Liefde (2018-2022)
In het coalitieakkoord “Lef en Liefde” (2018-2021) is voor de leefbaarheid van de stad structureel € 2,1 miljoen per jaar extra uitgetrokken voor het schoon en heel kunnen houden van de kapitaalgoederen van de openbare ruimte.
Wegverhardingen
Breda heeft ruim 10 miljoen m2 wegverharding, waaronder fietspaden, hoofdwegen en voetpaden. Sinds 2015 beheren en onderhouden we de wegen op een zogenaamd Bmin-niveau. Dit niveau houdt in dat de kwaliteit van de wegen zodanig is dat er geen onaanvaardbare risico`s zijn voor de weggebruiker en schades waarvoor we aansprakelijk gesteld kunnen worden. Dit geldt nog niet voor de wegen die vallen binnen het op peil brengen (van achterstallig) onderhoudsprogramma tot 2022.
Het kwaliteitsniveau Bmin draagt bij aan optimaal, comfortabel, obstakelvrij en veilig gebruik. Bredanaars (en in het bijzonder kwetsbare Bredanaars) kunnen hun woning, winkels en andere voorzieningen zonder hinder en veilig bereiken. Klanten, werknemers en ondernemers kunnen winkels en bedrijven snel en comfortabel bereiken en recreanten en bezoekers moeten zonder hinder hun bestemming kunnen bereiken.
Wegverharding en vooral de asfaltverhardingen worden tijdig en cyclisch onderhouden waardoor duur achterstallig onderhoud (kapitaalvernietiging) door niet of te laat uitvoeren van onderhoud zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Civieltechnische kunstwerken
De circa 450 civieltechnische kunstwerken beheren en onderhouden we op C-niveau. Het uitgangspunt is dat bruggen en viaducten veilig zijn en dat de kwaliteit voldoende is voor economisch optimaal (snel en comfortabel) gebruik. Het onderhoudsniveau C houdt ook in dat het beheer en onderhoud op een reactieve wijze wordt uitgevoerd. Dit leidt tot kapitaalsvernietiging.
Voor het beheer en onderhoud stellen we in 2019 een beheerplan op. In 2020 stellen we een plan op voor de vervangingsopgave. Daarin schetsen we ook een beeld van de investeringsmiddelen die nodig zijn voor toekomstige vervangingen.
Openbare verlichting
Veel van de ruim 40.000 lantaarnpalen en armaturen is aan onderhoud of vervanging toe. Met het regulier onderhoud werken we aan sociaal veilig, verkeersveilig en goed werkende openbare verlichting. Daarbij zetten we de laatste jaren meer in op verduurzaming. Energievretende, versleten armaturen vervangen we door ledverlichting. Bovendien vervangen we in de business case verduurzaming openbare verlichting 8.400 armaturen (en de versleten palen) in de periode 2017-2020 door ledverlichting.
Bomen
Breda heeft bijna 90.000 bomen met gemiddeld een hoge leeftijd. Veel bomen moeten we vervangen. Het gemeentelijk plan bomen geeft houvast voor de herplant en vervanging van bomen. We maken onderscheid m tussen waardevolle bomen, structuurbomen en omgevingsbomen. We investeren de komende jaren flink om te zorgen dat bestaande boomstructuren niet verder afkalven en ze hun maatschappelijk, landschappelijke, verkeersgeleidende werking en ecologische waarde en werking verliezen.
Een ander probleem is wortelopdruk op plaatsen waar bomen te krappe groeiplaatsen hebben. Daarvoor werken we met een zogenaamd boomwortelprotocol. Met dit protocol geven we prioriteit aan locaties, maar nemen we ook tijdelijke boombesparende maatregelen. Met de evaluatie van het gemeentelijk plan bomen maken we de financiële consequenties inzichtelijk voor het wegwerken van de wortelopdruk in de komende jaren.
Het regulier onderhoudsplan (B-minniveau) gaat ervan uit dat de bomen vanuit de beschikbare middelen zo worden onderhouden dat ze hun aantrekkelijkheid als decor niet verliezen, hittestress helpen tegen te gaan en dat ze hun landschappelijke, ecologische en (verkeers)geleidende waarde optimaal waarmaken. Waardevolle bomen, boomgroepen en boomstructuren worden op tijd en doorlopend beheerd en onderhouden, én vervangen wat afkalving bij boomstructuren voorkomt.
In het bestuursakkoord staat € 40.000 voor het realiseren van onze ambities in de boomstructuur.
Waterwegen
De afgelopen jaren is het beheer en onderhoud van 230 km waterwegen in Breda op C-niveau onderhouden. Dit betekent dat de waterwegen veilig zijn voor waterrecreatie maar vooral dat het water voldoende kan stromen en voldoende diep is om water af te voeren of om in te varen. Technisch gezien is sprake van een grote achterstand bij het op peil houden van de kwaliteit van kantbeschoeiingen en het baggeren. Met de vaststelling van het coalitieakkoord Lef en Liefde en het vaststellen van de begroting 2019 is budget beschikbaar om op C-niveau te beheren en onderhouden. Hiermee is het mogelijk een stap te zetten in het preventief of cyclisch beheer en onderhoud. Calamiteiten worden wel nog (reactief) opgelost. In het beheerplan dat in het najaar van 2019 aan het college wordt aangeboden is de beheer- en onderhoudsaanpak beschreven waarbij samenhang is met het beheer en onderhoud van waterschap Brabantse Delta.
Naast het beheer en onderhoud van waterwegen wordt in het plan ook de aanpak voor watervoorzieningen zoals drinkwatertappunten en brandblusvoorzieningen bepaald.
Beheer en onderhoud riolering
In het Stedelijk Waterplan 2019-2023 (SWP) beschrijven we het beheer en onderhoud van afvalwater, hemelwater en grondwater. Hierbij is er een combinatie van instandhouden en verbeteren van het huidige systeem. De gemeente is met 1.300 km rioolbuizen en 800 grote en kleine gemalen verantwoordelijk voor het transport van rioolwater van de huizen naar de rioolwaterzuivering van het waterschap. Daarnaast heeft de gemeente verschillende regenwaterriolen, sloten en wadi’s voor het verwerken van regenwater en is de gemeente aanspreekbaar voor grondwateroverlast in de openbare ruimte. In het SWP is beschreven dat de gemeente sterk insteekt op het herstellen van het natuurlijk watersysteem door te ontharden en vergroenen, door af te koppelen en door communicatie inwoners en bedrijven te motiveren om ook duurzaam met water om te gaan. De aankomende jaren kenmerken zich dan ook in het uitvoeren van (werk met werk) projecten waarbij klimaatadaptieve inrichting wordt bereikt en waarbij de assets op orde zijn. Ondersteuning van de raad voor het SWP met het aannemen van moties over communicatie en participatie naar bewoners en bedrijven en andere partners binnen het stedelijk water betekent dat dit expliciet verder wordt opgepakt. Hierbij valt te denken aan de verbreding van de groene daken subsidie en gezamenlijk met waterschap Brabantse Delta in gesprek met grote lozers in ons beheergebied. Hierbij past ook de verbreding van structurele communicatie (voor kinderen, volwassenen en bedrijven) en een verdere de verdieping van de Week van ons Water en de rioolwandelingen in de oude Vest. Daarnaast worden bewoners en bedrijven zelf gevraagd om op eigen grond maatregelen te nemen alvorens de gemeente aan te spreken. De gemeente werkt gericht aan het verbeteren van de systemen op openbaar terrein op het gebied van energiebesparing en circulaire economie.
Beheer en onderhoud accommodaties
Onderhoud
Voor het bouwkundig onderhoud werken we met conditie afhankelijk onderhoud (NEN 2767). In 2012 (CO 40848) is door het college het minimale onderhoudsniveau vastgesteld op niveau 3 (redelijk), waarbij waardebehoud en de bedrijfsvoering geborgd zijn.
Voor het civiel- en cultuurtechnisch onderhoud van buitensportcomplexen (excl. opstallen) wordt de lijn ‘sober en doelmatig’ aangehouden. Hierbij wordt aangesloten bij het groenbeheersysteem dat uitgaat van de wettelijk verplichte BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) en IMGeo (Informatiemodel Geografie).
Voor sportaccommodaties zijn de normeringen van NOC*NSF en overkoepelende sportbonden van toepassing, die door Kiwa Isa Sport zijn vastgelegd in het handboek voor sportaccommodaties.
De meerjarenonderhoudsplannen actualiseren we tenminste 1 keer in de vijf jaar. Naast het planmatig onderhoud voeren we jaarlijks ook de keuringen, controles en het correctief onderhoud uit.
Wet- en Regelgeving
Naast het reguliere onderhoud moet het gemeentelijk vastgoed voldoen aan alle wettelijke verplichtingen. Voor veiligheid zijn er 4 aandachtsgebieden waar we maatregelen inventariseren en treffen:
- elektra;
- legionellabeheersing;
- brandveiligheid;
- asbest.
Ook de borging en het gedrag van de gebruiker/huurder krijgen daarin een rol. De gemeente treedt in deze rol niet op als overheid maar als rechtspersoon.
Elektra
We willen veilige gebouwgebonden installaties. Gecontracteerde aannemers voeren daarom inspecties en noodzakelijk herstel voor ons uit. Dit doen zij met het Programma van Eisen Veiligheidsinspecties voor elektrische installaties, Uneto-VNI, 2015. Het doel van de inspectie is te beoordelen of de installatie voldoet aan de eisen van NEN 1010.
Legionellabeheersing
Waterinstallaties inspecteren en herstellen we volgens NEN 1006. Het Drinkwaterbesluit en de Regeling Legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater hebben twee soorten installaties: prioritaire en niet-prioritaire installaties. De gemeente voert als eigenaar van 11 gebouwen met prioritaire installaties de verplichte beheersmaatregelen uit. Van niet-prioritaire installaties controleren we jaarlijks de keerkleppen, de watertemperatuur en het dagelijks gebruik van de betreffende tappunten.
Brandveiligheid
Met de methodiek van Brandveilig Gebruik Bouwwerken (BGB) startten we met de inspecties van de gebouwen. Deze methodiek onderzoeken we om inspecties in de toekomst efficiënter in te richten. De maatregelen voeren we naar urgentie uit waarbij we zo veel mogelijk aansluiten bij de uitvoering van de verduurzamingsmaatregelen. Het is efficiënt om dit te koppelen en zo storen we de gebruiker zo min mogelijk. Brandveiligheid verdient continue aandacht. Om deze reden stellen we voor het borgen van brandveiligheid een borgingsystematiek op.
Asbest
In 2017 is het asbestproject gestart. Dit project is afgerond. Voor panden waar asbest niet verwijderd kon worden, is een asbestbeheersplan opgesteld om inzichtelijk te krijgen waar nog asbest aanwezig is. Deze plannen zijn en worden gedeeld met de belanghebbende partijen.
Duurzaamheid
Breda wil in 2044 een energieneutrale gemeente zijn. Een van de speerpunten in de grootschalige aanpak is het verduurzamen van het gemeentelijk gebouwenbestand. De volgende doelen stelden we hiervoor vast:
- Het maken van gemiddeld twee labelstappen in 2020 over het totale gebouwenbestand.
- Het bereiken van gemiddeld label A (energie-index <1,05) in 2030 over het totale gebouwenbestand.
- Alle gebouwen gemiddeld energieneutraal in 2044.
Met een kosteneffectieve aanpak kunnen we via rendabele investeringen en de inzet van onderhoudsmiddelen op korte termijn voor 75 gebouwen bovenstaande doelen halen en 40% energie besparen.
Rekening 2017: € 6.795.123
Rekening 2018: € 7.886.539
Begroting 2019: € 2.304.704
Begroting 2020: € 1.501.909
Begroting 2021: € 710.387
Begroting 2022: € 145.400
Begroting 2023: € 22.257
Voor accommodaties die in de verkoop staan geven we weinig uit (in het kader van onderhoud, wet en regelgeving en duurzaamheid).
Beleidskader
- Visie op Vastgoed (februari 2017);
- Robuuste aanpak verduurzaming van de Bredase Vastgoedportefeuille;
- Nota Sportaccommodaties en Financiën;
- Nota Bewegingsruimte;
- Team Breda Uitvoeringsprogramma 2017/2022.
Kerncijfers
aantal m2 bvo | aantal objecten | |
---|---|---|
Afvalservice | 5.904 | 7 |
Bibliotheken/Nieuwe Veste | 12.767 | 4 |
Binnensport | 27.778 | 20 |
Buitensport | 28.578 | 29 |
Cultureel erfgoed | 2.950 | 5 |
Cultuur (museum, theater, atelierruimten) | 12.362 | 8 |
Diversen | 3.032 | 10 |
Kinderopvang | 5.680 | 11 |
Maatschappelijke opvang | 5.423 | 2 |
MFA's/Bredescholen | 25.434 | 5 |
Onderwijs/educatief overig | 9.670 | 11 |
Stadskantoren/gemeentehuis | 36.336 | 4 |
Uitvoering (Districtsposten) | 4.327 | 7 |
Veiligheid | 8.478 | 2 |
Wijkcentra | 12.530 | 18 |
Wijkzaken (Speeltuinen/zwemplassen) | 354 | 12 |
Zwembaden/ijsbaan | 25.434 | 11 |
227.037 | 166 |
Beheer en onderhoud voertuigen
Het gemeentelijke wagenpark bestaat uit 42 vuilniswagens, 14 haakarm-kraanwagens, 6 lichte vrachtwagens, 4 zware aanhangwagens, 104 bedrijfswagens. De nieuwwaarde hiervan bedraagt ca € 21 miljoen. De afschrijvingsperiode ligt gemiddeld op 9 jaar. De jaarlijkse vaste kosten voor onderhoud, brandstof, afschrijving, rente en verzekering zijn € 5,6 miljoen.
Daarnaast heeft het gemeentelijke wagenpark:
- 1 waterstof voertuig;
- 21 volledig elektrische voertuigen;
- 7 cng (aardgas) benzine voertuigen;
- 116 volledig diesel voertuigen;
- 2 vol hybride voertuigen;
- 15 dieselvoertuigen met elektrische opbouw;
- 4 benzine voertuigen.
Verder zijn er in het machinepark nog ongeveer 40 rijdende machines, 83 items voor de winterdienst en 4.000 andere items.