Neovita BV
Neovita BV
1. Vitaal en Sociaal Breda
1.2 Leren, ontwikkelen en werken
URL:
Verantwoorderlijk bestuurder
Boaz Adank
Bestuurlijk vervanger
Belang Breda in verbonden partij in %
100,00
soort verbonden partij
Vennootschappen en coöperaties
Bijdrage verbonden partij aan programma
Neovita B.V. is mede opgericht om de begeleiding en re-integratie taken uit te voeren die niet of niet goed in het publieke domein passen. In de praktijk is Neovita B.V. de werkgever van mensen uit de doelgroep van de Participatiewet, zoals Nieuw Beschut Werken en andere vormen van gesubsidieerde arbeid met loonkostensubsidie. De administratie van de vennootschap wordt gevoerd door de gemeente Breda.
Bijzondere ontwikkelingen bij de verbonden partij
Eventuele gevolgen van risico's worden door de cost plus regeling op de gemeente afgewenteld. Neovita B.V. heeft daarom een hoge solvabiliteit en liquiditeit in relatie tot een relatief laag ricicoprofiel.
De belangrijkste risico`s bij de verbonden partij
Het niet goed toepassen van de regelgeving is een risico. Arbeidsrecht en nieuwe wetgeving (pensioenen, WAB) is complexer geworden.
GR GGD West-Brabant
GR GGD West-Brabant
1. Vitaal en Sociaal Breda
1.6 Leven
URL:
Verantwoorderlijk bestuurder
Miriam Haagh
Bestuurlijk vervanger
Marianne de Bie
Belang Breda in verbonden partij in %
soort verbonden partij
Gemeenschappelijke regeling
Bijdrage verbonden partij aan programma
De GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) geeft uitvoering aan de wet Publieke Gezondheid. Zij voert de in deze wet aan gemeenten opgedragen taken uit: infectieziektebestrijding, JGZ, hygiënezorg en medische milieukunde, gezondheidsbevordering, epidemiologie en beleidsadvisering. Het GGD-beleid richt zich op het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van alle inwoners in de regio, met name van de meest kwetsbaren. Samenwerking staat centraal. De GGD sluit goed aan op de aanpak binnen het sociaal domein, ‘Breda doet’; o.a. door deelname aan de thematafels. Met haar focus op gezondheidspreventie sluit de GGD adequaat aan op “de beweging naar voren”.
Samen met gemeente Breda geeft de GGD uitvoering aan de JOGG-aanpak.Bijzondere ontwikkelingen bij de verbonden partij
In het meerjarig beleidskader ‘Agenda van de Toekomst’ verwoordt de GGD haar ambities tot 2023. Drie uitdagingen staan centraal: Veilige en gezonde (leef)omgeving, Gelijke gezondheidskansen voor iedereen en Preventie verbreden en verdiepen. De GGD verbindt het ruimtelijke met het sociale. “Gezond zijn” (positieve gezondheid) staat centraal: mensen voelen zich gezond wanneer zij zich veerkrachtig kunnen aanpassen aan uitdagingen in hun leven en leefomgeving.
In de GGD-begroting 2020 vindt nadere concretisering plaats. Door de leefomgeving goed in te richten (ambitie 1) kan gezondheid en samenleven bevorderd worden. Doel is dat de kernwaarden die de GGD voor de gezonde leefomgeving ontwikkelt, in 2020 hét document op de overlegtafel van gemeenten zijn om gezondheid in de omgevingsplannen te laten landen. Hiervoor wordt de samenwerking in de driehoek van leefbaarheid, gezondheid en veiligheid versterkt.
Een voorname GGD-taak is het beschermen van inwoners tegen dreigingen waar zij zich niet tegen kunnen wapenen, zoals infectieziekten. Intensiveringsbudget maakte mogelijk dat de GGD van een reactieve naar een proactieve inzet op infectieziektebestrijding kon gaan. Via het deels structureel maken van dit budget is continue aandacht voor preventie ter voorkoming van infectieziekten geborgd.Met de ambitie ‘Preventie om te gaan voor gelijke gezondheidskansen voor iedereen’ zet de GGD in op verkleining van de gezondheidskloof. 1 op de 3 Nederlanders heeft lage gezondheidsvaardigheden en door in te zoomen op wijk- en buurt ontstaat een beter beeld op hoe mensen leven en wat gelijke gezondheid in de weg staat. Aan het Nationale Preventieakkoord wordt invulling gegeven door in 2020 onderbouwde keuzes te maken in maatregelen die inwoners, met name jongeren stimuleren om “de gezonde keuze te maken” in plaats van kiezen voor roken, drinken, snacken en drugsgebruik.
De GGD gelooft in een kansrijke start, dit begint al voor de geboorte. Weerbaarheid van kinderen en ouders tijdens het opvoeden is van belang. Ingezet wordt op de vaccinatiegraad zo hoog mogelijk te houden, opdat het risico op uitbraken van infectieziekten zo laag mogelijk gehouden wordt.De GGD werkt steeds meer data-gedreven en analyses worden steeds belangrijker voor bevordering van gezondheid. Een verdergaande transformatie naar meer digitaal werken wordt voorzien. De GGD houdt scherp het oog op digitalisering en zelfregie, maar blijft rekening houden met de behoeften van inwoners met lage gezondheidsvaardigheden en met wensen tot persoonlijke betrokkenheid en direct contact. Technologie is volledig ondersteunend en biedt de GGD de juiste managementinformatie, zodat de hoofdaandacht kan blijven uitgaan naar de primaire GGD-taak: de publieke gezondheid.
De eerder samen met gemeenten bepaalde prestatie-indicatoren brengen de belangrijkste te behalen resultaten in beeld; waar nodig worden in de loop van 2020 indicatoren bijgesteld, c.q. aangescherpt.
De belangrijkste risico`s bij de verbonden partij
De belangrijkste risico's voor het realiseren van onze doelstellingen zijn de bedrijfsvoeringrisico's binnen de GGD. Er is een risico dat de vaste kosten niet kunnen dalen met dezelfde omvang als de daling van de opbrengsten. De GGD probeert dit risico te beheersen door meer flexibiliteit te creëren in de inzet van de medewerkers en kostendekkende markttarieven te hanteren. Een risico is een vermindering van inzet op basis- of plustaken en maatwerk en daarmee de gemeentelijke doelstellingen.
GR Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Brabant Midden-West-Noord
GR Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Brabant Midden-West-Noord
1. Vitaal en Sociaal Breda
1.6 Leven
URL:
Verantwoorderlijk bestuurder
Miriam Haagh
Bestuurlijk vervanger
Marianne de Bie
Belang Breda in verbonden partij in %
soort verbonden partij
Gemeenschappelijke regeling
Bijdrage verbonden partij aan programma
Met de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) weten de inwoners van Breda zich verzekerd van een toereikende ambulancezorg. Dit betekent hulpverlening op de plaats van een ongeval en een goed en snel vervoer naar het ziekenhuis binnen de verplichte aanrijtijden. Hierover zijn door de RAV met de zorgverzekeraar(s) prestatieafspraken gemaakt. Omdat de bekostiging van de ambulancezorg via deze verzekeraars loopt, hoeft de gemeente geen financiële bijdrage aan de GR RAV te leveren.
Bijzondere ontwikkelingen bij de verbonden partij
De RAV heeft in samenwerking met de zorgverzekeraars verbeterplannen opgesteld voor uitbreiding van de paraatheid. Uiteindelijke doel is het zo vaak mogelijk behalen van de 15-minuten-norm bij de meest urgente, A1-ritten. De RAV heeft de ambitie om in 2020 een dekkingspercentage te behalen van minimaal 94,5% voor de A1-ritten en 95% op de A2-ritten. Voorwaarde is wel dat het knelpunt met betrekking tot het personeel wordt opgelost; er is namelijk nog steeds sprake van een forse krapte op de arbeidsmarkt voor ambulanceverpleegkundigen en centralisten.
De Tijdelijke Wet Ambulancezorg (Twaz) is al sinds 2013 van kracht en verlengd tot 1 januari 2021. Inmiddels is duidelijk dat minister Bruins het voornemen heeft om voor de ambulancezorg geen aanbesteding te laten plaatsvinden. Hij wil de Twaz per 1 januari 2021 vervangen door een nieuwe Wet op de Ambulancezorg waarbij de huidige aanbieders van ambulancezorg door de minister aangewezen zullen worden, opdat rust en continuïteit in de ambulancezorg behouden blijft. De bekostiging blijft via de zorgverzekeraars lopen, dus zonder financiële bijdrage van de gemeente.
De RAV houdt de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten met het doel zich zo goed mogelijk voor te bereiden op wat komen gaat en te blijven voldoen aan de voorwaarden voor de vergunningverlening.In het Meerjarenbeleidsplan 2019 – 2021 van de RAV worden de ontwikkelingen in de acute zorg in beeld gebracht. Stip op de horizon qua coördinatie van acute zorg is dat individuele zorgaanbieders zijn georganiseerd in een regionaal netwerk acute zorg. De zorgvraag is het uitgangspunt en de patiënt wordt zo snel mogelijk geholpen door de juiste zorgverlener. Voorheen bestond er altijd een intentie tot vervoer, nu verschuift het accent langzaam naar acute mobiele zorg zonder vervoer.
Gestreefd wordt naar optimale klantwaarde en integrale zorg: zorgdifferentiatie is de oplossing om de geleverde ambulancezorg optimaal aan te laten sluiten bij de zorgvraag van de patiënt.Landelijke meldkamer samenwerking (LMS).
De nieuwbouw van de meldkamer in Bergen op Zoom, waarin de meldkamers voor MW-Brabant en Zeeland samengaan, wordt medio 2020 opgeleverd. De RAV zal via intensieve communicatie, informatievoorziening en begeleiding ervoor zorgen dat de kwaliteit van zorg gehandhaafd blijft.De belangrijkste risico`s bij de verbonden partij
Er komt geen open aanbesteding. De vergunningverlening en financiering van de ambulancezorg blijft via de zorgverzekeraars lopen. Dit betekent geen financieel risico voor de gemeente.
Als de Tweede Kamer niet instemt met het nieuwe wetsvoorstel waardoor er nieuwe aanbieders op de markt komen, dan is het risico voor de RAV te overzien. Als er een andere aanbieder in onze regio komt, dan kunnen eventueel niet overgenomen gebouwen voor sanering worden aangemeld bij het College Sanering Ziekenhuisvoorzieningen. Een dan nog resterend financieel risico door pensioenverplichtingen schatten we in op maximaal € 4 miljoen. De Reserve aanvaardbare kosten van de RAV (ruim 10 miljoen euro) kan dit afdekken.
GR programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten
GR programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten
1. Vitaal en Sociaal Breda
1.1 Opgroeien
URL:
Verantwoorderlijk bestuurder
Marianne de Bie
Bestuurlijk vervanger
Miriam Haagh
Belang Breda in verbonden partij in %
soort verbonden partij
Gemeenschappelijke regeling
Bijdrage verbonden partij aan programma
De regionale samenwerking op het gebied van leerplicht heeft als doelstelling om schoolverzuim en schooluitval samen verder terug te dringen. De Gemeenschappelijke Regeling Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaters verzorgt de leerlingenadministratie van de zestien deelnemende gemeenten en voor een zevental gemeenten tevens de aanstelling en aansturing van de leerplichtambtenaren.
Het RBL voert wettelijke taken uit voor de gemeenten op het terrein van de Leerplicht- en RMC-wet en zoekt daarbij nadrukkelijk de samenwerking op met scholen, samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs en de ketens jeugd, participatie en wmo (voor 18 tot 23 jarigen).Bijzondere ontwikkelingen bij de verbonden partij
Sluitend regionaal vangnet voor jongeren in een kwetsbare positie
Om deze ambitie te realiseren bieden we onder andere in de regio een dynamisch traject aan van 4 weken waarin jongeren in 8 dagen aan de slag gaan met workshops en trainingen om erachter te komen wat hun capaciteiten zijn en waar ze heen willen met studie en/of (bbl) baan. Trajectbegeleiders helpen jongeren van 18 tot en met 22, zonder startkwalificatie, in eerste instantie weer terug te gaan naar school of, indien niet mogelijk, een ander passend traject te realiseren. Met deze intensievere aanpak (individueel en groepsgewijs) worden jongeren beter gefaciliteerd voor de overgang naar de arbeidsmarkt, met als uiteindelijke doel ook deelname op de arbeidsmarkt. We werken in de regio samen met gemeenten, onderwijs (praktijkschool en Entree), werkgevers, arbeidsbemiddelingspartners en speciale vsv- werkcoaches. We streven er naar om in 2020 in de regio West-Brabant minimaal 10 groepen, met maximaal 10 deelnemers per groep, Dynamo ‘make your move’, uit te voeren. Een plan van aanpak, voor iedere deelnemer aan het groepstraject, met hierin beschreven wat zijn/haar vervolgstappen zijn, wordt opgeleverd.Aanpak oud-Voortijdig schoolverlaters
Van voorkomen van voortijdig schoolverlaten ontwikkelen we door naar een aanpak gericht op een zelfstandige positie in de samenleving voor alle jongeren. Samen met onderwijs, de arbeidsmarktregio’s, participatie en zorg. We gaan werken aan een doorontwikkeling van de RMC functie in het sociaal domein zodat (potentiële) voortijdige schoolverlaters adequaat gekoppeld worden aan een onderwijs- of arbeidstraject; een nadrukkelijke verbinding tussen de dienstverlening van de RMC en het Werkgevers Servicepunt West-Brabant.Overstap onderwijs (aansluiting PO en VO, aansluiting VO en MBO)
Voor 2017-2020 heeft het regionale programma ‘Iedereen op z’n plek in West-Brabant’ middelen beschikbaar gesteld voor het digitale programma Intergrip en het digitale doorstroomdossier. Door middel van deze applicatie kunnen de overstappers in West-Brabant beter gevolgd worden tijdens hun overstap van vo naar mbo en kan eerder gesignaleerd worden wanneer dit niet goed lijkt te gaan. Er zijn binnen deze module afspraken gemaakt over de samenwerking tussen de scholen en het RBL West-Brabant. Deze afspraken gaan onder andere over wie wanneer de begeleiding opstart voor deze risico overstappers. Afhankelijk van de evaluatie in 2019 kan in 2020 een vervolg gegeven worden aan dit speerpunt.Thuiszitters
De 16 West Brabantse gemeenten en de zes samenwerkingsverbanden passend onderwijs verbinden zich via het
‘thuiszitterspact’ aan de ambitie dat in schooljaar 2019-2020 geen enkel kind langer dan drie maanden thuiszit zonder
een passend aanbod van onderwijs en/of zorg. Deze sluitende aanpak begint bij het centraal stellen van het kind: steeds
moeten oplossingen worden gezocht vanuit het recht van het kind op een passend (onderwijs) aanbod. Ouders, en waar
mogelijk het kind zelf, worden vanaf het begin betrokken bij het realiseren hiervan. De nadruk ligt meer en meer op de kanteling van leerplicht naar leerrecht. Dit betekent meer aandacht aan preventie van schooluitval en schoolverzuim, ook in het primair onderwijs.Schakelrol voor het RBL West-Brabant in de ketenaanpak
Het RBL West-Brabant vervult in deze gezamenlijke aanpak een schakelrol en neemt het initiatief voor het realiseren van
een doorlopende lijn van onderwijs naar werk. Deze ambitie wordt voortdurend afgestemd met de beleidsmedewerkers
van de West-Brabantse gemeenten. Dit gebeurt tevens met de ketenpartners in de regio. Uiteindelijk gaat het om het recht op onderwijs en de ambitie van de Gemeenschappelijke Regeling; ‘iedere West-Brabantse jongere zit op een passende school, heeft een startkwalificatie of is begeleid naar de voor hem hoogst haalbare startpositie in de maatschappij’.De belangrijkste risico`s bij de verbonden partij
Uittreding van een gemeente kan leiden tot een hogere financiële bijdrage van de overige gemeenten.